Individuele activiteiten.
Cyberpesten (digitaal pesten):
Pesten via het internet is doorgaans veel harder dan pesten in het gewone leven, omdat de daders in eerste instantie gemakkelijk anoniem kunnen blijven. De kinderen gaan in een klein groepje van maximaal 4 personen discussiëren aan de hand van ervaringen. Ze gaan de verschillen bespreken tussen pesten en plagen. Ze maken van deze discussie een klein mindmap. Daarna beantwoorden ze de vragen die staan in het bestand: Pesten of plagen. Zodra ze deze gezamenlijk hebben gemaakt gaan ze helemaal alleen het werkblad over cyberpesten (Lekker in je vel) maken. Ze kunnen dit werkblad eventueel nog samen bespreken/nakijken. Het doel van deze activiteit: - Kinderen kennis laten maken met cyberpesten/ digitaal pesten. - Kinderen ervaringen laten delen. - Kinderen in laten zien dat er een verschil tussen pesten en plagen is. De materialen die bij deze activiteit worden gebruikt: - Papier. - Pennen. - Document: pesten of plagen. - Werkblad cyberpesten/ digitaal pesten (lekker in je vel). |
|
Taal:
Voor de taal activiteit gaan de kinderen een gedicht schrijven. Het gedicht moet over pesten gaan. Van te voren moet je als ouder/leerkracht uitleggen hoe rijmschema's werken. De kinderen kunnen kiezen uit het rijmschema AABB of ABAB. AABB betekend dat de laatste woorden van de eerste 2 zinnen op elkaar rijmen en de laatste woorden van de derde en de vierde zin. ABAB betekend dat het laatste woord van zin 1 rijmt op het laatste woord van zin 3 en het laatste woord van zin 2 rijmt op het laatste woord van zin 4. De kinderen mogen zelf weten hoe lang hun gedicht is en hoe ze het willen maken. Het doel van deze activiteit is: - De kinderen hun gevoelens laten uiten door middel van het maken van een gedicht. - De kinderen kennis laten maken met rijmschema's. |
Het spel:
Het spel wordt gespeeld met maximaal 4 kinderen. Er zijn 16 blauwe kaartjes, dit zijn kaartjes met vragen erop. Komt een kind op een blauw vakje, pakt het een blauw kaartje leest de vraag voor en beantwoord deze. Ook zijn er 8 rode kaartjes. Dit zijn opdracht kaartjes. Komt een kind op een rood vakje pakt hij een rood kaartje en voert de opdracht uit. De medespelers bepalen of de vraag goed beantwoord is/ de opdracht goed uitgevoerd is. Het is misschien ook een leuk idee om door de kinderen zelf ook kaartjes te laten maken met vragen en opdrachten die te maken hebben met pesten. Het doel van deze activiteit is: - De kinderen leren op spelenderwijze vragen te beantwoorden over pesten. - De kinderen maken het onderwerp pesten bespreekbaar met elkaar. De materialen die bij deze activiteit worden gebruikt: - Het bord van het spel. - 4 pionnen, een blauwe, rode, gele en groene. - Een dobbelsteen. - 16 blauwe kaartjes. - 8 rode kaartjes. |
|
Rekenen:
Verzamel van elke dag een maand lang de krant. Laat de kinderen een grafiek maken van hoe vaak er een artikel in de krant staat over pesten. Laat ze een grafiek maken met op de x-as de data van bijvoorbeeld: 1 januari t/m 31 januari. Op de y-as komen dan getallen te staan die de hoeveelheid aangeven. Zo kunnen ze elke week of dag invullen hoe vaak er wat over pesten in de krant staat. Vertel erbij dat ze alles over pesten mogen kiezen, alles waar zij van denken dat hoort bij pesten. Laat ze op een apart blaadje schrijven welke artikels ze hebben uitgekozen en uit welke krant ze kwamen. Zo kunt u altijd na kijken waarom ze dit hebben gekozen. Het doel van de activiteit is: - Kinderen bewust maken van pesten in de media. - De kinderen kennis laten maken met een grafiek. De materialen die bij deze activiteit worden gebruikt: - Papier voor de grafiek en het opschrijven van de artikels. - Pen, stiften of potloden. - kranten van een maand. |