Over Carry Slee.
Naam: Carry Slee.
Geboortedatum: 1 juli 1949.
Geboorteplaats: Amsterdam (en daar woont ze nog steeds.)
Getrouwd: Geweest.
Kinderen: Twee grote dochters: Nadja en Masja. Volgens Carry haar grootste inspiratiebronnen.
Schuilnaam: Sofie Mileau. Onder die naam schrijft Carry meer poëtische boeken.
Zij werd door de Nederlandse Kinderjury maar liefst 7 keer bekroond en 3 keer getipt. Voor ‘Spijt’ werd ze in 1997 bekroond door de Nederlandse Kinderjury en in 1998 won ze ook de Jonge Jury prijs.
Leven en werk
Carry heeft geen fijne jeugd gehad. Haar moeder was geestesziek en als klein kind was Carry steeds bezorgd om haar. Haar vader kon er niet goed tegen en ging altijd maar werken. Toen ze tien was, scheidden haar ouders.
Later kwamen ze wel weer bij elkaar, omdat haar vader vond dat hij zijn vrouw niet in de steek kon laten. Misschien is Carry door haar jeugd wel schrijfster geworden. Ze trok zich heel erg terug in haar eigen fantasie. Ze verzon altijd verhalen over hele lieve moeders.
Toen ze nog niet kon schrijven, bedacht ze verhaaltjes voor haar knuffels, die ze in een kring om zich heen zette. Op de lagere school had ze een schrift waarin ze korte verhalen en gedichten noteerde.
Na de middelbare school ging Carry naar de Academie voor Woord en Gebaar in Utrecht. In 1975 slaagde ze voor deze opleiding en werd ze lerares drama. Samen met haar leerlingen bedacht ze toneelstukjes, die ze daarna probeerden te spelen.
Toen haar dochters nog jong waren, vertelde Carry elke avond voor het slapen gaan een zelfbedacht verhaal over Keetje Karnemelk. Nadja en Masja vonden de verhalen zo leuk, dat Carry besloot ze op te sturen naar het tijdschrift Bobo, die ze afdrukte.
Haar eerste boek verscheen in 1989 en gaat over de belevenissen van de tweeling Rik en Roosje. Daarmee begon een zeer succesvolle loopbaan, waarin Carry al meer dan 25 boeken schreef en vele prijzen kreeg van de Nederlandse Kinderjury en de Jonge Jury.
Carry Slee schrijft voor kinderen van alle leeftijden. Soms zijn haar boeken gebaseerd op dingen die echt gebeurd zijn. In andere gevallen zijn de verhalen verzonnen. Carry schrijft heldere taal, die kinderen aanspreekt. De situaties die ze beschrijft zijn heel herkenbaar en de kinderen en mensen die erin voorkomen zijn goed uitgewerkt. Je kunt er als lezer makkelijk in verplaatsen. Haar boeken zijn altijd spannend en zo geschreven dat je ze in een keer uit wilt lezen.
In haar boeken gaat Carry moeilijke onderwerpen niet uit de weg. Ze heeft bijvoorbeeld geschreven over homoseksualiteit, pesten en scheiden. Maar door haar grappige stijl worden de boeken nooit te ‘zwaar’. Ze schrijft eerlijk over het feit dat ouders twijfelen en niet altijd op iedere vraag een antwoord weten. Ze probeert kinderen aan te moedigen om als ze problemen hebben, daar creatief en met fantasie mee om te gaan.
Geboortedatum: 1 juli 1949.
Geboorteplaats: Amsterdam (en daar woont ze nog steeds.)
Getrouwd: Geweest.
Kinderen: Twee grote dochters: Nadja en Masja. Volgens Carry haar grootste inspiratiebronnen.
Schuilnaam: Sofie Mileau. Onder die naam schrijft Carry meer poëtische boeken.
Zij werd door de Nederlandse Kinderjury maar liefst 7 keer bekroond en 3 keer getipt. Voor ‘Spijt’ werd ze in 1997 bekroond door de Nederlandse Kinderjury en in 1998 won ze ook de Jonge Jury prijs.
Leven en werk
Carry heeft geen fijne jeugd gehad. Haar moeder was geestesziek en als klein kind was Carry steeds bezorgd om haar. Haar vader kon er niet goed tegen en ging altijd maar werken. Toen ze tien was, scheidden haar ouders.
Later kwamen ze wel weer bij elkaar, omdat haar vader vond dat hij zijn vrouw niet in de steek kon laten. Misschien is Carry door haar jeugd wel schrijfster geworden. Ze trok zich heel erg terug in haar eigen fantasie. Ze verzon altijd verhalen over hele lieve moeders.
Toen ze nog niet kon schrijven, bedacht ze verhaaltjes voor haar knuffels, die ze in een kring om zich heen zette. Op de lagere school had ze een schrift waarin ze korte verhalen en gedichten noteerde.
Na de middelbare school ging Carry naar de Academie voor Woord en Gebaar in Utrecht. In 1975 slaagde ze voor deze opleiding en werd ze lerares drama. Samen met haar leerlingen bedacht ze toneelstukjes, die ze daarna probeerden te spelen.
Toen haar dochters nog jong waren, vertelde Carry elke avond voor het slapen gaan een zelfbedacht verhaal over Keetje Karnemelk. Nadja en Masja vonden de verhalen zo leuk, dat Carry besloot ze op te sturen naar het tijdschrift Bobo, die ze afdrukte.
Haar eerste boek verscheen in 1989 en gaat over de belevenissen van de tweeling Rik en Roosje. Daarmee begon een zeer succesvolle loopbaan, waarin Carry al meer dan 25 boeken schreef en vele prijzen kreeg van de Nederlandse Kinderjury en de Jonge Jury.
Carry Slee schrijft voor kinderen van alle leeftijden. Soms zijn haar boeken gebaseerd op dingen die echt gebeurd zijn. In andere gevallen zijn de verhalen verzonnen. Carry schrijft heldere taal, die kinderen aanspreekt. De situaties die ze beschrijft zijn heel herkenbaar en de kinderen en mensen die erin voorkomen zijn goed uitgewerkt. Je kunt er als lezer makkelijk in verplaatsen. Haar boeken zijn altijd spannend en zo geschreven dat je ze in een keer uit wilt lezen.
In haar boeken gaat Carry moeilijke onderwerpen niet uit de weg. Ze heeft bijvoorbeeld geschreven over homoseksualiteit, pesten en scheiden. Maar door haar grappige stijl worden de boeken nooit te ‘zwaar’. Ze schrijft eerlijk over het feit dat ouders twijfelen en niet altijd op iedere vraag een antwoord weten. Ze probeert kinderen aan te moedigen om als ze problemen hebben, daar creatief en met fantasie mee om te gaan.